donderdag 18 april 2013

Reisverslag West USA 1988


In 1988 trouwden we. Onze huwelijksreis ging naar Amerika. Het was onze eerste verre reis. We vertrokken op 28 augustus en kwamen 3 oktober weer terug. Na zes dagen New York reisden we door naar San Francisco, en na een rondreis in het zuidwesten vlogen we met een stop in New York terug naar Nederland.

Veel informatie over reizen in Amerika hadden we niet. Er was nog geen internet in 1988. Nog geen AllesAmerika-forum. Geen www.ontdek-amerika.nl. Hoe bereidden we ons dan voor? We kochten het boek "De nationale parken van de Verenigde Staten" van Dr A.J. van Zuilen -  veel andere reisgidsen waren er toen niet - en we bekeken routes in reisgidsen van reisbureaus. We boekten de tickets en de auto (het kleinste model) bij een reisbureau. Met de Sabena naar NY, en met American Airlines naar San Franscisco.
Death Valley was toen nog geen nationaal park en werd dus niet beschreven door dr A.J. van Zuilen. We zijn er dan ook netjes omheen gereden. Ook de bezienswaardigheden rondom Page waren nog niet zo bekend als nu dus Page ontbrak ook in onze route. 

In New York bezochten we een AAA-kantoor (de Amerikaanse ANWB) en werden lid zodat we gratis kaarten, tourbooks en campinggidsen mee konden krijgen.

We kochten een tent, gingen in de zomer een weekje proef kamperen in Normandië - en waren toen wel op regen voorbereid maar niet op de droogte en harde grond in het zuidwesten.

Online reisverslagen bestonden nog niet. We hebben ook geen papieren verslag bijgehouden. Maar de route stond nog op een kaart ingetekend en samen met het fotoalbum hebben we de reis aardig weten te reconstrueren. En we besloten om alsnog een verslag te maken, zodat we ook eindelijk af zijn van de eeuwige discussies over wat we al gedaan hebben en wanneer.

De foto's in dit verslag zijn gemaakt met een analoog toestel en later ingescand.

De route in het zuidwesten zag er zo uit:


New York


Op zondag vliegen we naar New York. We vliegen eerst van Amsterdam naar Brussel. Dit doen we met een 
Cityhopper. Hij vliegt vrij laag langs de kust en we zien onder andere Den Haag onder ons liggen. Vanuit Brussel vliegen we verder met de Sabena naar New York.
We hebben aardig wat bagage bij ons, dat kon toen nog. Een tas met de tent, twee koffers, en een kampeertas met de overige kampeerspullen zoals matjes, badlakens en als opvulling de sokken van Martin.
Eenmaal in New York zijn  we nog niet eens bij de bagageband aangekomen of we horen onze namen omgeroepen worden. Paniek! Is er thuis iets aan de hand? Nee, wat blijkt, een van onze koffers staat nog in Brussel. Er wordt verteld dat het geen probleem is, de koffer zal later naar ons hotel gebracht worden, en omdat we een kleine week hebben in NY en het de tas met de kampeermatjes betreft, maken we ons niet veel zorgen. Die hebben we in New York toch niet nodig. Het enige lastige punt op korte termijn is dat alle sokken van Martin ook in de missende tas zitten. Dat is vervelend. Dat is gelijk een leerpunt voor ons om in het vervolg kleren over meerdere koffers te verdelen. 

Vanuit JFK nemen we de bus die van het vliegveld non-stop naar Grand Central Station in New York rijdt. Daar nemen we een taxi naar ons hotel.We logeren 6 nachten in hotel Century Paramount, geboekt via het reisbureau. Het is een niet te duur hotel en dat is ook te zien. De kamer is klein en de airco heeft problemen. Hij werkt zo goed dat het na verloop van tijd zo koud is geworden dat de airco bevroren raakt en ophoudt met werken. Na een tijdje is hij weer ontdooid en begint hij opnieuw te koelen totdat hij weer bevroren raakt, etc. De kamer is daardoor afwisselend koud, warm en daarna weer koud.

New York is geweldig. We doen alle dingen die je in NY doet; bovenop het WTC, bovenop het Empire State Building (zowel overdag als 's avonds), we bezoeken musea, o.a. het Guggenheim, het Metropolitan Museum of Art en het American Museum of Natural History, Central Park, Times Square, gaan met de ferry naar Staten Island  - dat kostte toen een quarter, nu is hij gratis - gaan 's avonds naar de musical Cats (met kaartjes gekocht voor de helft van het geld), gaan winkelen (sokken!), bezoeken Wall Street waar we een rondleiding door het beursgebouw doen, lopen over de Brooklyn Bridge, nemen een kijkje bij het Waldorf Astoria hotel (dat ziet er duur uit; 24 jaar later zullen we er een keer slapen) etc.

Wolkenkrabber

het pontje naar Staten Island

het WTC
Bovenop de Twin Towers

uitzicht van de Twin Towers
Manhatten gezien vanaf het Empire State building

Central Park

Modefotografie in Central Park


het Guggenheim museum van buiten

het Guggenheim museum van binnen

Flat iron building

Metropoltian Museum of Art
Museum of American History

Uitzicht op het WTC-gebouw vanaf het Empire State building 

Omdat we hadden begrepen dat je leuke kortingen en gratis kaarten, en ander materiaal kon krijgen als je lid werd van de AAA (de Amerikaanse ANWB) brengen we ook een bezoek aan een AAA-kantoor waar we lid worden (dat kon toen nog als buitenlander) en heel veel kaarten, tour books en campings guides meekrijgen. Heel handig, want we hadden helemaal niets vastgelegd en zo kunnen we zien waar de campings lagen en welke hotels er waren.

En elke dag bellen we met de lokale Sabena-vertegenwoordiger om te vragen waar onze tas blijft. Dat wil zeggen, dat proberen we. Verder dan een bandje zijn we nooit gekomen. De tas is vermoedelijk nooit in Amerika aangekomen. Drie maanden later stond hij opeens thuis voor de deur, zonder een begeleidend briefje van de Sabena erbij. We kopen twee badlakens bij Macy's. Die hebben we trouwens nog steeds. De kampeermatjes zullen we wel in SF kopen is het plan.

Op zaterdag rijden we met een busje van ons hotel terug naar JFK. Dat was niet duur volgens de man van het hotel. Wat hij er niet bij had verteld, was dat het busje eerst nog langs allerlei andere hotels rijdt om daar ook gasten op te pikken. Sommigen daarvan staan niet klaar en dan duurt het eindeloos in onze ogen voordat zo iemand er op zijn elfendertigst aan komt lopen. We knijpen hem behoorlijk of we wel op tijd bij het vliegveld  zullen zijn. Uiteindelijk valt dat nog mee.
Aangekomen op JFK pakt, terwijl we nog buiten het gebouw staan, een medewerker van American Airlines - we vliegen met deze maatschappij naar San Francisco - onze overgebleven drie koffers min of meer van ons af. Hij vraagt waar we heen moeten. We antwoorden San Francisco. Hij zet ze op een lopende band die in het gebouw verdwijnt. Verbijsterd kijken we onze koffers na. Die zien we vast nooit meer terug.


San Francisco


Als we aankomen in San Francisco, is de eerste bagage die op de lopende band verschijnt de onze. De opluchting is groot.

We hebben geen hotel gereserveerd. Op het vliegveld is een informatiestand met informatie over hotels in de omgeving van het vliegveld. Elke stand heeft een telefoonverbinding met  het betreffende hotel zodat je gratis kunt bellen. De Best Western El Rancho Inn in Millbrae, een voorstadje van SF, lijkt ons wel wat. Ze zitten op een kwartiertje rijden van het vliegveld af.  Ze blijken een kamer te hebben en na de nodige aanwijzingen over de route gaan we de auto ophalen en vertrekken richting Millbrae. Samen met de AVIS-plattegronden en kaarten die we krijgen lukt het om in een keer het hotel te vinden.
De auto die we meekrijgen is een Chrysler, een hogere klasse dan we hadden gereserveerd.

De volgende dag rijden we naar SF toe. Daar maken we een boottocht door de baai. De tocht, we betalen $12 per persoon,  duurt een uur en een kwartier. We varen o.a. langs Alacatraz en onder de Golden Gate bridge door. Alcatraz zelf bezoeken we niet.

We bekijken ook Fisherman’s wharf, China Town, Lombard Street en staan in de rij voor de cablecar maar nemen hem uiteindelijk vanwege de lange rij niet. Na tien minuten stappen we uit de rij. De wachttijd is veel te lang.We willen nieuwe matjes kopen maar helaas is het zondag en er zijn geen outdoor – winkels open.


 






Lombard Street
's Avonds gaan we nog even zwemmen bij ons hotel. Vanuit de bar van het restaurant kan je door een raam kijken naar wat er onder water in het zwembad gebeurt. Dat ontdekken we pas later als we er gaan eten. Gelukkig hebben wij geen gekke dingen in het zwembad gedaan.

Ons hotel
Het zwembad bij het hotel

Kustweg


De volgende morgen pakken we onze spullen in en beginnen aan onze rondreis. We hebben niks vastgelegd en zien wel waar we gaan overnachten. We rijden van SF over de bekende Highway 1 naar Big Sur.
We maken een stop in Monterey, waar we vanaf de pier de zeehonden zien liggen. We ruiken ze trouwens ook. Onderweg kijken we ook of we winkels zien. We zijn nog steeds op zoek naar matjes. Helaas, het is nu Labor day en weer is er geen winkel open. In Carmel rijden we de 17-mile-drive langs de golfbanen en de lone cypres.

Onze huurauto


Bij Big Sur vinden we een mooi plekje voor de tent in het Pfeiffer Big Sur SP. Op de grond leggen we als alternatief voor de matjes een laag kranten en de nieuwe badlakens. Het is even wennen.We eten bij de lodge van het statepark, en dat bevalt uitstekend.

De kust bij Pfeiffer Big Sur SP
Als we de volgende dag opbreken, kunnen we de autosleutel niet vinden. We zoeken ons het leplazerus. Uiteindelijk vinden we hem in een klein zijvakje van de tent. O ja, dat was waar ook, daar hadden we hem opgeborgen opdat we hem makkelijk terug zouden kunnen vinden. Na het ontbijt rijden we verder via SR 1 langs de kust. Onderweg doen we een tour bij Hearst Castle. Van de vier mogelijke tours kiezen we voor tour 1, de "beginnerstour". Het huis is giga-kitsch maar leuk om te zien.

Het buitenzwembad
Gelukkig zijn de winkels nu wel open. Onderweg kopen we bij een sportzaak twee nieuwe matjes. Het zijn puike matjes, veel beter dan onze oude matjes. We hebben ze dan ook nog steeds.We overnachten bij El Capitan State Beach, een camping met uitzicht op zee. 's Avonds maken we een wandeling over het strand.




Los Angeles


In LA bezoeken we de Universal Studios. We zijn er vrij vroeg. Toch staan er al lange rijen voor de kassa.


Eenmaal binnen genieten we. De tramtour is geweldig, we zien bekende decors zoals het huis van Psycho.


Ook zien we hoe Jaws uit het water omhoog komt, maken een aardbeving in de ondergrondse mee en zien we hoe een Mexicaans dorpje overstroomt.


Ook de shows zijn leuk. We bezoeken er een aantal zoals de Animal Actor Show.


Aan het einde van de middag vertrekken we bij Universal  en rijden we naar Anaheim, waar we een camping zoeken dichtbij Disneyland. We zien een camping vlakbij het park. We registreren ons, betalen voor één nacht en rijden de camping op. Pas dan zien we dat het een RV-park is; alleen beton, nergens een grassprietje te zien. Daar kan geen tentharing de grond in. Er zijn geen tentplaatsen. We rijden daarom weer terug naar de receptie en krijgen ons geld terug.
Gelukkig blijkt er even verderop wel een tentcamping te zijn. Niet echt gezellig, een kale grasvlakte met rechte paden, half leeg maar toch moeten we verplicht aanschuiven zodat we dicht op de buren staan. Een ex-militair houdt streng toezicht en let er op dat je niet zo maar ergens op de halflege camping gaat staan. Vreemd. 



De volgende ochtend bezoeken we Disneyland. We kunnen er lopend vanaf onze camping heen. We betalen $21,50 voor het toegangskaartje. (In 2013 bedraagt de toegangsprijs voor volwassenen $87, in 25 jaar tijd meer dan verviervoudigd dus).
We bezoeken heel wat attracties, zoals de onderzeeër - in 1998 verdween deze attractie ondanks groot protest van het publiek. Dit omdat Disneyland het onderhoud van de bijbehorende lagune te duur vond; in 2007 kwam de onderzeeër weer terug maar dan met een Finding Nemo thema.




Ook bezoeken we veel andere attracties zoals de Mark Twain, een kabelbaan en diverse achtbanen.



Eén achtbaan blijkt een rit in het donker in een soort berg te zijn. Dat hadden we ons van te voren niet gerealiseerd. Pas na een tijdje wachten in een lange rij kwamen we daar achter. Maar goed, toch maar doorgezet en we hebben het overleefd.

We maken uiteraard ook de nodige foto's. Op de plekken waar een bordje 'Kodak Picturespot" staat volgt Martin getrouw die aanwijzingen op. Die bordjes staan er niet voor niets zegt hij. (De resultaten van die foto's heb ik maar niet in dit reisverslag opgenomen.)


's Avonds bekijken we de optocht en vermoeid lopen we daarna weer terug naar onze camping.



Grand Canyon


Na de pretparken gaan we richting Grand Canyon. We rijden via Riverside - 23 jaar later zou onze oudste dochter, geboren in 1992, er een jaar studeren - naar Palms Springs, waar we tanken. Het is een full service station maar de pompbediende komt zo langzaam aanlopen dat we ons afvragen wat er aan de hand is. Pas als we uitstappen, komen we er achter. Het is de temperatuur. Ondanks dat het al september is, voelt het alsof je tegen een muur van hitte aanloopt. Veel te warm om snel te bewegen.
We vervolgen onze route richting de Grand  Canyon via de I10. We rijden vlak onderlangs het Joshua Tree NP, maar omdat dit park pas in 1995 deze status kreeg, staat het, net zoals Death Valley, niet in de gids van Dr. A.J. van Zuilen en missen we het park dus. Na Blythe rijden we richting Prescott. We overnachten voor 24 dollar in de American Motel. Het is een lange rijdag.

De volgende dag rijden we van Prescott richting Grand Canyon. We hebben daar niets gereserveerd en we hebben begrepen dat je vroeg in het park moet zijn om nog een plekje te kunnen vinden. Het plan is daarom om dicht bij het park te overnachten, zodat we de volgende dag vroeg naar Mather Campground kunnen rijden. Onderweg bezoeken we Montezuma Castle, en bij Sedona gaan we naar het Slide Rock SP. We willen hier kamperen maar alle campings blijken vol te zijn. Motels zijn er schrikbarend duur en we besluiten door te rijden naar Flagstaff. Daar vinden we een plekje op de (KOA?) camping.

Montezuma Castle

Slide Rock SP

Oak Creek Canyon

De camping in Flagstaff, zogenaamd ontspannen de kaart bestuderend
(genomen met de zelfontspanner; dus op een holletje naar de picknicktafel) 
De volgende dag rijden we via Sunset Crater naar de Grand Canyon.

Sunset Crater
Bij de ingang van het park staat een bord met de melding dat de campings vol zijn. We rijden door en gelukkig blijkt er toch op Mather nog een plaats vrij te zijn. Het is een geweldig grote camping, zo groot dat we de volgende ochtend met de auto naar de douches rijden. We bezoeken het visitor center, doen een ranger-activiteit, lopen een stuk van de Bright Angel Trail en langs de rim, en genieten van de zonsondergang.





De volgende dag rijden we naar Tusayan voor een helikoptervlucht; een huwelijkscadeau van vrienden. Voor we in mogen stappen worden we gewogen. Ik mag voorin, ideaal voor de foto’s. De vlucht is geweldig. Eerst een stuk over het vlakke deel met bomen, en dan opeens die enorme kloof. We vliegen een stuk onder de rand. Dat mag tegenwoordig niet meer. De piloot laat zien waar vroeger indianennederzettingen waren. Het uitzicht op de Colorado Rivier is prachtig.

 

’s Avonds weer een mooie zonsondergang, mede dankzij de regenwolken en de regenboog.